2 Kronieken 1:8

SVEn Salomo zeide tot God: Gij hebt aan mijn vader David grote weldadigheid gedaan; en Gij hebt mij koning gemaakt in zijn plaats;
WLCוַיֹּ֤אמֶר שְׁלֹמֹה֙ לֵֽאלֹהִ֔ים אַתָּ֗ה עָשִׂ֛יתָ עִם־דָּוִ֥יד אָבִ֖י חֶ֣סֶד גָּדֹ֑ול וְהִמְלַכְתַּ֖נִי תַּחְתָּֽיו׃
Trans.wayyō’mer šəlōmōh lē’lōhîm ’atâ ‘āśîṯā ‘im-dāwîḏ ’āḇî ḥeseḏ gāḏwōl wəhiməlaḵətanî taḥətāyw:

Algemeen

Zie ook: David (koning), Salomo (koning)

Aantekeningen

En Salomo zeide tot God: Gij hebt aan mijn vader David grote weldadigheid gedaan; en Gij hebt mij koning gemaakt in zijn plaats;


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וַ

-

יֹּ֤אמֶר

zeide

שְׁלֹמֹה֙

En Sálomo

לֵֽ

-

אלֹהִ֔ים

tot God

אַתָּ֗ה

Gij

עָשִׂ֛יתָ

gedaan

עִם־

hebt aan

דָּוִ֥יד

David

אָבִ֖י

mijn vader

חֶ֣סֶד

weldadigheid

גָּד֑וֹל

grote

וְ

-

הִמְלַכְתַּ֖נִי

en Gij hebt mij koning gemaakt

תַּחְתָּֽיו

in zijn plaats


En Salomo zeide tot God: Gij hebt aan mijn vader David grote weldadigheid gedaan; en Gij hebt mij koning gemaakt in zijn plaats;


Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!